Mensen die om welke reden dan ook een steuntje in de rug nodig hebben. Of dat nu is vanwege dementie, niet-aangeboren hersenletsel, een lichte verstandelijke beperking of een ernstige. Voor hen zet cliëntvertrouwenspersoon Wet zorg en dwang Margreeth Rebers zich dagelijks in. “Zodat ze zo veel als mogelijk hun eigen keuzes kunnen maken”, vertelt ze. “Al deze mensen tellen net zo goed mee in de maatschappij als ieder ander, daar gaat het om.”

Eind november geef je op Hét Wet zorg en dwang congres uitleg over jouw rol als cliëntvertrouwenspersoon Wzd. Dat doe je samen met een van je cliënten. Waar gaan jullie het over hebben?

“Die cliënt heeft een licht verstandelijke beperking en heeft mij een tijdje terug ingeschakeld, omdat ze onvrijwillige zorg ervoer. Het ging om meerdere zaken, ik zal er eentje uitlichten. Ze is getrouwd en haar partner woont bij een andere 24-uurs instelling. Zo nu en dan mochten ze samen slapen, alleen niet bij elkaar in bed. Dus als zij samen logeerden, moest de partner op een luchtbed en kwam de begeleiding ’s nachts controleren of hij daar wel braaf in lag en niet stiekem bij haar in bed.

Dat is op zichzelf al een behoorlijke privacy schending, maar wat bleek nu: de afspraak dat ze niet bij elkaar in bed mochten was ontstaan toen zij met een zuurstofmasker sliep. Toen was het inderdaad beter dat hij niet bij haar in bed lag. Maar nu sliep ze al een tijdje zonder dat masker en de afspraak was blijven staan. De zorgverleners waren er gewend aan geraakt en mijn cliënt kon haar onvrede niet duidelijk genoeg overbrengen. Dan komt een cliëntvertrouwenspersoon Wet zorg en dwang dus in beeld. Inmiddels mogen ze weer samen slapen.”

Dus een cliëntvertrouwenspersoon Wet zorg en dwang helpt cliënten om het aan te geven wanneer ze het ergens niet mee eens zijn. Zorgt dat weleens voor moeilijkheden tussen jou en zorgverleners?

“Jazeker. Er zijn ook weleens cliënten die met ons gaan ‘schermen’. Die zeggen tegen zorgverleners: als ik dit niet mag, ga ik mijn vertrouwenspersoon bellen. Ik denk dat sommige zorgprofessionals mede daardoor een bepaald beeld hebben van cliëntvertrouwenspersonen Wzd, dat we altijd maar de cliënt proberen te geven wat hij wil. Maar dat is niet zo. Dat we partijdig zijn, betekent niet dat ik als een advocaat ga zorgen dat de cliënt krijgt wat hij wil.

Stel, een cliënt zegt: ‘Margreeth, ik woon bij een 24-uurs locatie en ik vind het eten daar niet lekker. Ik wil elke dag patat.’ Iedereen weet natuurlijk: je gaat waarschijnlijk niet elke dag patat krijgen. Dat ga ik dan ook niet heel hard staan bepleiten. Maar ik neem de wens van die cliënt wél serieus. Want van daaruit kunnen we het gesprek over de onvrede aangaan en waar die vandaan komt. Het kan namelijk zomaar zo zijn dat wat vaker aardappelen eten al een flinke verbetering is voor de cliënt. Overigens hebben ook mensen die in een zorginstelling wonen natuurlijk gewoon het recht om ongezonde keuzes te maken!”

Dat kan bij zorgprofessionals natuurlijk weleens voor verwarring zorgen, omdat ze zich afvragen: is dit goed voor de cliënt?

“Dat snap ik wel. Maar ik hoop ook dat dat snel gaat verdwijnen, want het is niet terecht. Ik merk nog weleens dat wanneer ik een zorgprofessional bel, diegene meteen denkt: ik heb iets niet goed gedaan. Maar dat is het niet. De reden is: de cliënt vindt iets. En wat wij doen, is daar woorden aan geven. Het is niet zo dat we die wensen verdedigen. Want het zijn niet onze wensen of vragen, maar die van de cliënt. Wij beslissen vervolgens niet of iets ook gaat veranderen, maar we wijzen wel op de rechten van de cliënt.

Die bewustwording is heel belangrijk, en ik hoop dat die er straks voor zorgt dat we elkaar beter gaan begrijpen. Bijeenkomsten zoals Hét Wet zorg en dwang congres kunnen daar goed bij helpen. Daar kan ik aan zorgverleners uitleggen wat ik doe, en dat ik als cliëntvertrouwenspersoon Wet zorg en dwang ook heel goed snap dat een cliënt soms beschermd moet worden tegen zichzelf of zijn omgeving. Door op deze manier in gesprek te gaan, hoop ik dat het belang van mijn functie duidelijk wordt en dat we elkaar beter gaan begrijpen. ”

Verwacht je dat dat gaat lukken?

“Ja, want we willen allemaal hetzelfde: dat het goed gaat met de cliënt. Vaak zijn het ook simpelweg misverstanden, doordat cliënten bijvoorbeeld niet duidelijk verwoorden wat ze willen. Zo was er laatst een man met een verstandelijke beperking, die zei: ‘ik wil helemaal niet elke dag op de groep eten, maar ik mag niet op mijn kamer eten.’ Ik vertelde dat aan de persoonlijk begeleider, en die viel van z’n stoel van verbazing. Natuurlijk mocht dat wel!

Dus hoe kwam het nu dat die cliënt het gevoel had dat het niet mag? Met z’n drieën zijn we dat gaan onderzoeken. Wat bleek: elke dag om vijf uur vraagt de begeleiding: ‘komen jullie eten?’ Wat mijn cliënt hoorde, was: ‘we gaan nu, hier in deze ruimte, eten’. De oplossing: vanaf nu vraagt de begeleider aan hem: ‘waar wil je eten?’ Zo eenvoudig is het soms.”

Wil je meer leren over de Wet zorg en dwang en de rol van de cliëntvertrouwenspersoon Wzd? Kom dan op woensdag 29 november naar Hét Wet zorg en dwang congres. Klik hier voor meer informatie en tickets