Door een structureel personeelstekort binnen de gesloten jeugdzorg krijgen steeds meer jongeren en kinderen niet de hulp die zij nodig hebben. Dat blijkt uit een enquête van FNV Zorg en Welzijn, in samenwerking met het KRO-NCRV-programma Pointer. Voor de enquête zijn ruim honderd medewerkers binnen de JeugdzorgPlus bevraagd.

JeugdzorgPlus — oftewel gesloten jeugdzorg — helpt kinderen die door ernstige klachten een gevaar vormen voor zichzelf of hun omgeving. Zij krijgen daarom hulp in een gesloten inrichting. Deze manier van zorg verlenen is omstreden. Uit onderzoek zou namelijk blijken dat een deel van de kinderen meer schade oploopt in zo’n inrichting dan dat het ze goed doet.

Oorzaak van problemen

Volgens jeugdzorgbestuurder Maaike van der Aar van FNV Zorg & Welzijn blijkt uit de enquête dat onderbezetting niet alleen een gevolg, maar ook een oorzaak is van veel problemen binnen de JeugdzorgPlus. Bijna alle bevraagde medewerkers (93 procent) zeggen namelijk te kampen met onderbezetting. Daardoor ontbreekt passende zorg, is er minder aandacht, minder therapie en meer agressie op de groep. Soms leidt het zelfs tot vrijheidsbeperkende maatregelen.

Het personeelstekort blijft ook niet zonder gevolgen voor de jeugdzorgwerkers zelf. Uit de enquête blijkt dat bijna een kwart van hen daardoor een hogere werkdruk ervaart. Daarnaast geeft een op de vijf aan minder kwaliteit te kunnen leveren door het personeelstekort. Een vergelijkbare groep zegt dat het ziekteverzuim oploopt en volgens vijf procent leidt het gebrek aan collega’s tot de inzet van vrijheidsbeperkende maatregelen.

Oplossing

Volgens de respondenten zou een lagere werkdruk en hogere beloning veel oplossen. De belangrijkste oorzaak van het personeelstekort is volgens hen namelijk de hoge werkdruk (25 procent). Ook het gebrek aan waardering (18 procent) en slechte arbeidsvoorwaarden (18 procent) worden genoemd als reden.

Om aandacht te vragen voor deze problemen hebben afgelopen week duizenden jeugdzorgmedewerkers 24 uur gestaakt. Van den Aar van FNV: “Alle alarmbellen rinkelen. Als we willen dat er straks nog zorg is voor onze kinderen en jongeren, dan moet er nu echt iets gebeuren.”