Tijdens zijn opleiding tot psycholoog werkte Arno Prinsen in een Amerikaans zomerkamp. Dat werk was met mensen met een beperking: autisme, mensen met een lichamelijke beperking en ook mensen met niet-aangeboren hersenletsel (NAH). Onder hen waren ook veteranen uit de Vietnam-oorlog.
“Ik raakte een beetje collectief verliefd op deze doelgroep”, vertelt Prinsen. “Omdat ik het zo fascinerend vond hoe ze hun leven weer opgepakt hadden.” Eenmaal weer thuis in Nederland, meldde hij zich aan bij een uitzendbureau om aan het werk te gaan in een woonvorm voor mensen met NAH.
Arno Prinsen geeft regelmatig workshops en lezingen, waarin hij zich in het bijzonder focust op het gebrek aan ziekte-inzicht bij mensen met NAH. Dit levert namelijk flinke uitdagingen op, zowel voor de mensen zelf als voor zorgverleners. “Mensen met NAH snappen soms niet waarom ze bepaalde begeleiding of behandeling krijgen aangeboden. Dat vergt veel van de creativiteit van zorgverleners om de mensen met NAH toch mee te krijgen in die begeleiding of behandeling.”