Vanwege de vertrouwensband die je als zorgverlener opbouwt met cliënten, kan het zomaar eens gebeuren dat er iemand naar je toe komt en je iets opvallends vertelt. Dat diegene weleens kinderporno kijkt, bijvoorbeeld. Of zich zorgen maakt over zijn of haar seksuele gedrag ten opzichte van kinderen. Of iemand vertelt je dat-ie mogelijk gevoelens ervaart voor minderjarigen en niet weet wat daarmee te doen. Misschien heb je als zorgverlener zelf wel vermoedens bij een cliënt. Op zo’n moment is het fijn én belangrijk om te weten wat je het beste kunt doen.
“Het kan best even schrikken zijn wanneer iemand je zoiets vertelt”, zegt Kelly van den Heuvel, inhoudelijk programmamedewerker bij Stop it Now, een organisatie met als doel kindermisbruik te voorkomen. “Het is allereerst goed om altijd met de cliënt in gesprek te gaan, maar doe dat zonder te oordelen. Ze hebben vaak al last van het stigma en schaamte, als je ze dan ook nog eens afwijst, raken ze het vertrouwen in de hulpverlening kwijt.”
Open het gesprek aangaan
Niet direct een oordeel hebben, is alleen vaak lastig, weet ook Kelly. “Veel mensen ervaren ongemak. De eerste gevoelens die in ze opkomen zijn ‘slecht’, ‘vies’ of zelfs ‘monster’. Zeker mensen die zelf seksueel misbruik hebben meegemaakt of ouders van kinderen, vinden het vaak moeilijk. Het is de kunst om dat soort oordelen tóch naast je neer te leggen. Zodat je open het gesprek aan kan gaan.”
Het is bovendien essentieel om onderscheid te maken tussen pedofielen en mensen die zich schuldig maken aan seksueel kindermisbruik, benadrukt ze. “Mensen denken vaak dat iemand die seksueel kindermisbruik pleegt per definitie een pedofiel is. Dat is een misvatting. Het merendeel van het seksueel misbruik wordt gepleegd door personen zonder seksuele voorkeur voor minderjarigen. En slechts een klein deel van de pedofielen handelt naar zijn of haar gevoelens.”
Stop it Now
Kelly en Stop it Now hebben de missie om het onderwerp van (potentiële) zedenplegers bespreekbaar te maken. En dan niet alleen omtrent de persoon in kwestie, maar ‘maatschappijbreed’. “Mensen moeten dit onderwerp onderling durven te bespreken. Dan wordt het zo veel makkelijker om zorgen of vermoedens uit te spreken wanneer je die hebt. Het huidige taboe op dit onderwerp is een maatschappelijk probleem. Ook wat betreft het verschil tussen pedofilie en misbruik hebben we nog een lange weg te gaan, maar we gaan stap voor stap de goede richting op.”
Workshop op congres over plegerschap
Als vertegenwoordiger van Stop it Now deelt Kelly regelmatig haar kennis over dit thema in workshops en lezingen. Want naast het bereiken van de (potentiële) plegers zelf, is het ook belangrijk dat mensen in de omgeving weten hoe ze ermee om moeten gaan. “Familieleden en vrienden zijn daarom ook een belangrijke doelgroep van Stop it Now. En de derde groep die we willen bereiken, zijn professionals. Maatschappelijke werkers, psychologen, seksuologen, huisartsen, verpleegkundigen. Iedereen die op het werk in contact kan komen met potentiële plegers.”
In haar workshop op het congres legt ze uit wat je als zorgverlener het beste kunt doen wanneer een (potentiële) zedenpleger zich bij je meldt. En ook wat je beter niet kunt doen. “Een extreem voorbeeld is een zorgverlener die zo geschrokken was van de openbaring van een cliënt, dat ze direct de politie had ingeschakeld. Ik wil mensen stil laten staan bij hun gevoel, hun houding ten opzichte van (potentiële) zedenplegers. Iedereen heeft zo zijn eigen oordelen en rugzakje. Het is belangrijk om daar met z’n allen bewust van te zijn.”
Meer weten over plegerschap en hoe je dit onderwerp bespreekbaar maakt? Op 3 april geeft Kelly van den Heuvel een workshop op het congres Seksueel geweld: wat wel & niet te doen, waarover je hier meer informatie kunt vinden.
Reacties