Wim is bijna 90. Een leven lang heeft hij zijn geloof gekoesterd, maar al jaren is hij niet meer in de kerk geweest. Toch, diep vanbinnen, leeft die oude wens nog: een keer terug naar de plek waar hij zich ooit zo verbonden voelde. Misschien niet elke week, maar gewoon af en toe, om die vertrouwde rust en warmte weer te ervaren.
Liederen
Om zijn wens te vervullen, nam ik contact op met een mevrouw uit de kerk. In eerste instantie kwam ze elke week om samen met hem liederen te zingen en te bidden in zijn appartement. “Hoe kun je eigenlijk zien dat hij hiervan geniet”, vroeg ze al eens. “Geniet hij er wel echt van?”
Ze twijfelde zichtbaar en voor iemand die Wim niet goed kent, is dat ook wel begrijpelijk. Hij is een man van weinig woorden en zijn gerimpelde gezicht verraadt meestal weinig emotie. Maar zodra hij een lied hoort, zet hij de eerste noten met volle overtuiging in, en zijn stem vult de ruimte. Hij kent elk lied uit zijn hoofd en luistert aandachtig. De akoestiek van een kerk zou zijn beleving naar een hoger niveau tillen. Dus stelde ik voor of hij misschien een keer een dienst zou kunnen bijwonen. De mevrouw was enthousiast en beloofde te kijken wat mogelijk was.
Kerk niet toegankelijk
Maar toen ik haar een week later opnieuw sprak, veranderde de toon. “De kerk is niet toegankelijk voor personen in een rolstoel” was haar antwoord. Evenals: “Hij heeft daar geen meerwaarde aan”. Opmerkelijk vond ik, omdat ik de toegankelijk van de kerk kende en je Wim hier juist een enorm plezier mee zou doen.
Toen ik haar dit terug gaf voelde ik een bepaalde terughoudendheid. “Oke, laat ik dan eerlijk zijn”, vervolgde ze al snel, wat geïrriteerd door mijn vasthoudendheid. “Hij zal anderen tot last zijn in de kerk met zijn geluiden.” Haar directheid verbaasde mij en er ontvouwde een grote frons op mijn voorhoofd.
Vooroordelen
Het kan soms een uitdaging zijn om iemand te laten deelnemen aan de samenleving, vooral als je als begeleider te maken krijgt met de vooroordelen en beperkingen die anderen hebben opgebouwd, in plaats van de beperkingen van de persoon zelf.
Wie zijn wij om te bepalen of zijn aanwezigheid een last is? Zou hij ook geweerd zijn als hij al in de kerk had gezeten tijdens de dienst? De frons in mijn voorhoofd was haar in ieder geval niet ontgaan. Na een goed gesprek met deze mevrouw, bood ze haar excuses aan en leek ze haar eerdere oordeel te herzien. En Wim? Die zong uiteindelijk, met volle overtuiging, een toon hoger in de kerk.
Luka Doppen is ambassadeur Gehandicaptenzorg en persoonlijk begeleider bij Estinea. Maandelijks schrijft ze een column voor Hart voor Zorg.
Reacties