In ziekenhuizen is de opvang na een ingrijpende gebeurtenis beter geregeld dan in de VVT (bron: IZZ Monitor Gezond Werken 2020). Dat is vreemd, vindt zorginnovator Lucy Dijkman. Juist in de thuiszorg en verpleeg- en verzorgingshuizen kan de impact extra groot zijn, omdat zorgpersoneel daar langdurig te maken heeft met patiënten en hun familie. “Je kent de naam van de kinderen die op bezoek komen, want ze zitten soms jarenlang in een instelling. Het verschil tussen ziekenhuizen en VVT zou er daarom niet moeten zijn.”

In een workshop over ingrijpende gebeurtenissen van IZZ op Hart voor Zorg vertelt Dijkman dat de gevolgen van corona voor meer vervelende incidenten zorgt. “Voor zorgverleners in de verpleeg- en verzorgingstehuizen betekende het dat familie van patiënten niet op bezoek kon komen. Als de politie moet zeggen dat je niet naar binnen kunt, dan is dat best wel heftig. Opeens zit je als zorgprofessional in je eentje naast het bed van een moeder die verlangt naar haar dochter.”

Zo herken je problemen bij een collega

De belangrijkste vraag die je moet stellen om goede collegiale opvang te kunnen verlenen, is volgens Dijkman de volgende: hoe herken je dat het niet goed gaat met een collega? “Vaak merk je: ze is opeens stil, er komen geen grapjes meer. Ze doet anders dan anders”, legt Dijkman uit. “Als je collega anders is dan anders, dan is er iets. Altijd. Als collega weet je als geen ander wat het werk inhoudt, daarom ben jij degene die dan naar je collega toe moet stappen.”

Vragen hoe het met iemand gaat en gebeurtenissen bespreekbaar maken, is een belangrijke taak als directe collega. Daarnaast is het ook goed om in te schatten wat de rol is van familie of vrienden van die persoon. “Benadruk dat het belangrijk is er thuis over te praten. Je hebt ook sociale steun nodig van familie en vrienden. Vraag daarom ook of er wel iemand thuis is. En zeg een keer: zal je ik je vanavond om acht uur nog even bellen?”

Nemen klachten af?

De gevolgen van een ingrijpende gebeurtenis, zoals stress, gaan gelukkig vaak vanzelf over. “Meestal gebeurt dat binnen een maand. Als dat niet het geval is en er nog geen duidelijke afname is van de klachten, dan is er iets mis en moet je mensen doorsturen.” Het gaat dan in eerste instantie om maatschappelijk werkers en huisartsen. Later kunnen eventueel ook psychologen en psychiaters worden ingeschakeld.

Dijkman geeft aan dat er voor collega’s en managers vijf belangrijke componenten zijn om het verwerkingsproces bij traumatische gebeurtenissen goed te laten verlopen (bron: Ørner et al. 2003), die ze als volgt samenvat. “Geef mensen allereerst tijd om te herstellen. Ga niet gelijk op de gebeurtenis in. Rust en ontspanning na een ingrijpende gebeurtenis zijn heel belangrijk, want wat iemand heeft meegemaakt kost veel energie. Stuur iemand die te maken heeft gehad met agressie bijvoorbeeld ook niet direct terug naar de betreffende patiënt.”

Tegelijkertijd is het wel belangrijk om vervolgens niet te lang te wachten met het re-integreren in het werk. “Het hervatten van routines en een vorm van controle ervaren helpt bij het zelfvertrouwen. Het is vaak een reflex van leidinggevenden om te zeggen: ‘Jij mag morgen thuisblijven, rust maar lekker uit’. Dat is natuurlijk goed bedoeld, maar hoe langer je wegblijft, hoe moeilijker het is om terug te komen. Bovendien zien we dat wat op het werk gebeurd is, ook op het werk verwerkt kan worden.”

Nut van peer support

Dijkman roept managers en teams op om, wanneer dit nog niet in het geval is, peer support in te voeren op de werkvloer. Dat houdt in dat iedereen in een team anoniem de vraag krijgt: stel dat er iets gebeurt en je bent overstuur, naar wie in het team zou jij dan gaan? “Iemand die dan twintig van de dertig stemmen krijgt, is van nature de vertrouwenspersoon van dat team.”

Er zijn ook managers die aangeven dat zelf te willen kiezen. Dat is jammer, vindt Dijkman. “Door het team te laten kiezen en de gekozen persoon te laten trainen weet je: hier wordt gebruik van gemaakt. Als je mensen aanwijst, bijvoorbeeld een senior, dan gaan mensen daar niet zo snel heen. Veiligheid is eigenlijk het belangrijkste in deze situaties. Het liefst ga je met een probleem naar een eigen gekozen persoon, dat doe ik ook. Een natuurlijke, door het team gekozen, vertrouwenspersoon opleiden is daarom bewezen effectief.”

Vond je dit artikel interessant en wil je meer weten over collegiale opvang na een ingrijpende gebeurtenis? Het volledige webinar van Anouk ten Arve met Lucy Dijkman terugkijken kan hier. In de workshop wordt dieper ingegaan op methodiek en worden de fases van hulpbehoefte uitgelegd volgens het Kringenmodel van Gersons.