‘Een behandeling kunnen we u helaas niet meer bieden, want er is sprake van longkanker in een vergevorderd stadium, met uitzaaiingen in vrijwel het hele lichaam. De kans op genezing is zeer klein, meneer.’

Je zou dit maar te horen krijgen, maar deze man blijft kalm. Het lijkt alsof het nieuws voor hem niet uit de lucht komt vallen. Hij moet aangevoeld hebben dat er iets niet goed was. Hij was de laatste tijd erg misselijk, had veel pijn, was kortademig en voelde zich totaal niet goed. ‘Ik ben er klaar mee’, had hij eerder al tegen de verpleging gezegd.

Nu uitgesproken is dat er geen behandeling meer mogelijk is, legt de arts uit welke mogelijkheden er nog wél zijn. Namelijk naar huis met terminale thuiszorg, naar een hospice of hier in het ziekenhuis blijven. Wat zijn uw wensen? Vraagt de arts.

‘Mijn wens is een glas rood’, reageert de man. Vaak weet ik niet zo goed wat ik moet zeggen wanneer ik een slechtnieuwsgesprek bijwoon, maar dit begrijp ik even niet. Een glas rood? ‘Zou u dat wel doen? U bent zo misselijk’, zeg ik. De man kijkt me aan. ‘Het maakt me niet uit, ik zou gewoon heel graag nog een keer een glaasje wijn willen drinken samen met mijn vrouw en kinderen. Dat moment zie ik als mijn afscheid, daarna zou ik graag hier in het ziekenhuis willen sterven. Voor die tijd wil ik nog geen morfine of dormicum, want ik wil dit moment heel bewust meemaken’.

Ik vind het knap dat hij zo standvastig is en precies weet hoe hij het wil. En ach, waarom ook eigenlijk niet, zo’n glas wijn. Als dit zijn laatste wens is, wie ben ik dan om er iets van te vinden?

Ik kijk de arts-assistent aan. ‘Prima’, zegt hij. ‘Gaan we doen. Morgen neem ik een fles rode wijn voor u mee. Hebt u een voorkeur?’

De volgende dag zie ik een fles rode wijn in de artsenkamer staan, mét echte wijnglazen. Dat drinkt natuurlijk het lekkerst. We geven de man vooraf medicatie tegen de misselijkheid, zodat hij hopelijk niet begint te braken na de eerste slok.

Wanneer ik na een tijdje terugkom op de kamer, zie ik hem samen met zijn familie lachen. ‘Het was heerlijk! En het is ook nog goed binnengebleven’, zegt hij. ‘Nu ben ik er klaar voor, geef me maar wat morfine, want de kortademigheid en pijn beginnen flink op te spelen’.

Dit vind ik nou echt zorg op maat. Strikt gezien mag het misschien niet, alcohol schenken in het ziekenhuis. Toch was het op dit moment het beste wat we konden doen. Het voelt goed. Wanneer ik iemand zo zie genieten, geniet ik zelf ook.