Ik ben vroeg op school en zit te wachten tot de les begint. Het gebouw druppelt langzaam vol met mensen. Eén vrouw belt nog even gauw een geliefde. ‘Schat ik heb vandaag geen pauze, het wordt een drukke dag dus ik ben niet bereikbaar, ik zie je vanavond. Dikke kus’.

Geen pauze, alsof het normaal is. We gaan maar door en het lijkt de normaalste zaak van de wereld. Totdat alles ineens stilstaat.

Piekeren

Terwijl ik mijn eerste ronde loop, zie ik op een van de kamers nog een lichtje branden. Ik stap naar binnen en zie een man in zijn stoel zitten. Ik schrik ervan hoe gezwollen zijn nek is. De oorzaak is een obstructie van de bovenste holle ader en dat heeft te maken met zijn tumor. ‘Kunt u niet slapen?’’ vraag ik. ‘Ik kan niet platliggen’, zegt hij. ‘Dan voel ik me te benauwd, bang dat ik stik. En al ga ik rechtop in bed zitten, dan slaap ik nog niet want ik lig zo te piekeren. Ik wil gewoon weten hoe lang ik nog heb… Wat kan ik nou het beste doen?’

De man heeft uitgezaaide kanker en is nog niet erg oud. Hij stond volop in het leven en nu zit hij hier. Er schieten verschillende dingen door mijn hoofd. Allereerst meet ik zijn nekomvang en constateer dat deze niet is toegenomen ten opzichte van eerder. Ik ga zitten en adviseer hem om morfine te nemen, dat neemt het benauwdheidsgevoel weg. De vraag over hoe lang hij nog heeft ontwijk ik een beetje. Ik weet namelijk niet precies hoelang hij nog heeft, maar mijn gevoel zegt dat het geen week meer zal duren. ‘Ik weet niet of ik wel Morfine moet nemen, stel dat ik niet meer wakker word’, zegt hij. ‘Dat zal van zo’n beetje niet gebeuren, uw rust is ook belangrijk’.

Belangrijke dingen

‘Vindt u het anders fijn als ik uw vrouw bel om te vragen of zij wil blijven logeren?’ Ik realiseer me dat hem dat misschien minder angstig maakt. Het zou me ook niet lekker zitten om hem alleen te laten. Zelf kan ik niet de hele nacht naast hem gaan zitten. Even later verschijnt zijn vrouw en zie ik hem iets meer ontspannen, gelukkig heeft hij toch nog wat slaap kunnen vatten.

Nog geen week later krijg ik het bericht dat hij is overleden. Op zo’n moment besef ik altijd dat ik mij wil focussen op de écht belangrijke dingen in het leven. In dit geval dus geliefden om je heen. Soms hoeft verpleegkunde niet ingewikkeld te zijn. Verplaats je in de ander en bedenk wat je zelf fijn zou vinden in die situatie. Denk simpel.