Ouder worden kan erg stressvol zijn. Je krijgt bijvoorbeeld te maken met overleden dierbaren en verminderde lichaamsfuncties. Als gevolg van die stress gaan mensen vaak hechtingsgedrag vertonen, dat ook vaak wordt gezien als probleemgedrag of onbegrepen gedrag.

Probleemgedrag of hechtingsgedrag

Hechtingsgedrag zorgt ervoor dat anderen weten dat je je onveilig en bang voelt, dat de stress je teveel wordt. Baby’s gaan bijvoorbeeld huilen, maar volwassenen uiten hechtingsgedrag op andere manieren. Het hechtingsgedrag is vaak gericht op degenen die het meest nabij zijn: kinderen, dierbaren en ook verzorgenden en verpleegkundigen.

Wanneer het hechtingsgedrag niet als zodanig wordt begrepen, kan dat voor problemen zorgen. Mensen kunnen gaan roepen, huilen of bellen. Anderen vinden het juist moeilijk om hulp te vragen, om afhankelijk te zijn van anderen. Als er dan niemand in de familie is met wie er een goede band is, zijn mensen volledig aangewezen op de professionele zorg.

Deze groep mensen zal je als zorgverlener vaak tegenkomen op jouw lijst met cliënten die weleens probleemgedrag vertonen. Zij kunnen namelijk op niemand teruggrijpen, juist op het moment dat ze dat hard nodig hebben.

Veilige hechting

Een belangrijke voorwaarde om ‘succesvol’ oud te worden lijkt een veilige hechting. Dat betekent dat je het vertrouwen hebt dat iemand zich om je zal bekommeren als dat nodig is, zonder je volledig afhankelijk te hoeven opstellen. Het geeft rust en zekerheid als zij het gevoel hebben dat er in nood iemand voor ze is. En niet alleen voor ouderen is dat belangrijk, ook voor hun kinderen. De zorg voor hun chronische zieke ouders valt een stuk minder zwaar als zij veilig gehecht zijn.

Maar als zorgverlener kun je natuurlijk met cliënten te maken krijgen die geen veilige, hechte band met hun familie hebben. Dat kan vervelende situaties opleveren. Want wanneer iemand te maken krijgt met ouderdomskwalen, verandert de relatie met hun kind behoorlijk. Het kind wordt van zorgdrager opeens zorggever, terwijl dat altijd andersom is geweest. Dat leidt soms tot conflicten tussen ouder en kind.

Hoe ga je als zorgverlener om met probleemgedrag?

Veel probleemgedrag bij ouderen komt voort uit een gevoel van onveiligheid en onzekerheid. En wanneer een hechte band met dierbaren ontbreekt, kan dat leiden tot terugtrekking. Ze vinden het lastig om troost te vragen, terwijl ze daar juist heel erg naar op zoek zijn. Het ‘problematische’ gedrag is vaak een zoektocht naar veiligheid en nabijheid.

Je kan dit soort onderliggende problemen niet zomaar oplossen. En dat hoeft ook niet. Er zijn daarentegen wel dingen die je kan doen om ouderen die probleemgedrag vertonen te helpen. Het is belangrijk dat je ze kalmeert, zonder te oordelen over hun gedrag. Het gedrag is namelijk niet tegen jou gericht. Het is meestal een uiting van hechtingsgedrag, een roep om aandacht.

Ook contact maken is belangrijk. Zie de bewoner en laat dat weten. Zeg bijvoorbeeld: “Ik zie dat u ontzettend boos/bang/verdrietig bent. Wat akelig. Zullen we kijken of ik u kan helpen om rustiger te worden, zodat u mij kan vertellen wat u nodig heeft?”

Afgrenzen & vertrouwen

Dat laatste is makkelijker gezegd dan gedaan. De kans is namelijk aanwezig dat de betreffende cliënt je hard onderbreekt. Laat je in zo’n geval niet overspoelen door het gedrag. Plaats in je gedachten een ‘hekje’ tussen jou en de ander, zodat hun opmerkingen of gedrag niet bij je binnenkomen. Psychologen noemen dat afgrenzen. Als je dat niet doet, raak je zelf gestrest en ga je de dingen doen die jij doet als je gestrest bent.

Zet dat hek neer en geef de bewoner de tijd om even helemaal ‘leeg te lopen’, zodat je diegene daarna kan kalmeren. En als het echt te gek wordt, kun je altijd nog eventjes weggaan en vijf minuten later weer terugkomen. Dat terugkomen is heel belangrijk voor het vertrouwen. De bewoner weet dan dat hij ergens terecht kan. En vanuit dat vertrouwen, kun je samen weer verder bouwen.

Meer informatie en tips over hoe je als zorgverlener goed om kan gaan met probleemgedrag bij ouderen, vind je in het webinar van Màrika Engel dat je hier terug kunt kijken. Ook is er op 25 mei een congres over veelvoorkomende oorzaken van onbegrepen gedrag – klik hier voor meer informatie & tickets.