Sinds de bekrachtiging van het VN-verdrag Handicap in 2016 houdt het CRM toezicht op het uitvoeren en naleven van dit verdrag in Nederland. Daar hoort bij dat het college meldingen en klachten binnenkrijgt over discriminatie van mensen met een beperking. De meeste discriminatiemeldingen die het College binnenkrijgt houden verband met een beperking of chronische ziekte. Het gaat dan bijvoorbeeld om klachten over reizen, meedoen aan activiteiten of een baan hebben.

De overheid moet meer doen

Het College voor de Rechten van de Mens stelt dat mensen met een beperking verbeterde toegang moeten krijgen tot goederen en diensten. Ondernemingen zouden hen daarin moeten ondersteunen, gestimuleerd door de overheid. “Dat is geen gunst, maar een verplichting voor de overheid die voortvloeit uit de ondertekening van het VN-verdrag Handicap”, zegt Jacobine Geel, voorzitter van het CRM in een persbericht van VGN.

De coronapandemie maakte het er voor mensen met een handicap of chronische ziekte niet beter op, blijkt uit het onderzoek Inzicht in inclusie III. Mensen met een beperking hebben het moeilijk in de zoektocht naar een huis, baan of opleiding. Ze kunnen daardoor minder goed participeren in de maatschappij dan mensen zonder beperking.

Mensen met een beperking bij beleid betrekken

Volgens Jacobine Geel moet de overheid mensen met een beperking sneller gaan betrekken bij beleidsontwikkeling. Dat stelt ze in een interview met Radio 1. Zij weten waar de moeilijkheden zitten in de samenleving. Mensen zonder beperking kunnen dat minder goed beoordelen. Het VN-verdrag Handicap stelt ook: ‘let niet op de beperking, maar let erop dat je inclusief bent’. Daarom moet de overheid bedrijven ondersteunen in het aannemen van werknemers met een beperking, aldus Geel.