De NZa verwacht van de ziekenhuizen dat zij tijdens periodes met weinig coronagevallen de uitgestelde zorg inhalen. Dit is zorg die niet uitgevoerd kon worden tijdens heftigere coronagolven en dus is blijven liggen. De NZa schrijft in de monitor Toegankelijkheid van Zorg dat ‘het aantal mensen dat extra wacht op een behandeling in een ziekenhuis relatief gelijk is aan het aantal wachtenden in juni.” Dit zorgt ervoor dat de wachttijden té hoog blijven. De NZa ‘ziet geen tekenen van een daling in de wachttijden.’

Uitgestelde zorg voorkomen door samenwerking

Ook zijn er minder ziekenhuizen die planbare zorg op volledige capaciteit leveren. In juni lukte 52 procent van de ziekenhuizen het om op volle kracht te draaien, maar nu is dat gedaald naar 41 procent. Daarnaast zijn er vier ziekenhuizen die de kritiek planbare zorg niet binnen zes weken kunnen leveren. Op dit moment levert dat geen problemen op, maar deze ziekenhuizen presteren wel onder de norm.

De NZa ziet samenwerken als dé oplossing om de achterstanden weg te werken. “We herhalen de oproep aan zorgaanbieders, zorgverzekeraars en zorgprofessionals om intensiever te gaan samenwerken om deze achterstanden weg te werken. De verschillen in wachttijden tussen de regio’s maken duidelijk dat samenwerking kan bijdragen aan kortere wachttijden en wachtlijsten, ondanks bovengemiddeld hoog ziekteverzuim.”