Waar komt jouw interesse voor de ouder wordende mens vandaan?

“Zo’n 39 jaar geleden werd ik verliefd op de ouderenzorg. Ik vond het fijn om deze mensen te kunnen helpen, juist omdat ze al een heel leven achter de rug hebben. Ze kunnen prachtig vertellen over vroeger. Over wat ze hebben meegemaakt in de oorlog, over hoe ze zich voelden toen hun eerste kind geboren werd, de trots die ze daarmee uitstralen. Maar ook het besef dat zij hun hele werkzame leven er al op hebben zitten en zij toen ook voor ons hebben gezorgd. Of voor onze ouders.

Ik vind het fijn om deze mensen, als het ze zelf even niet meer zo goed lukt, toch een handje te kunnen helpen. En natuurlijk is het niet allemaal rozengeur en maneschijn. Het is een zwaar vak. Je moet deze mensen ook wassen, hebt te maken met ontlasting en ziektes en dood. Toch kan ik ouderen ontzettend waarderen en heb ik het zwaardere werk altijd graag voor ze over gehad.”

Jouw motto is: Ouderen hebben de toekomst. Leg uit.

“Er zijn steeds meer ouderen in Nederland. En voor de zorg voor deze ouderen mag best iets meer positieve aandacht komen. Vooral als het gaat om verstandelijk beperkte ouderen of mensen met dementie, dan wordt al snel gezegd dat ze in een verpleeghuis alleen maar op bed liggen. Dat is gewoon niet waar. Het is beeldvorming. Ook deze mensen kunnen nog heel veel en het is prachtig als je hen in hun kracht kunt zetten.”

Hoe kunnen zorgprofessionals in de ouderenzorg mensen met een handicap of dementie in hun kracht zetten dan?

“Kijk vooral naar wat deze mensen wel kunnen. Al zijn het maar kleine dingen, zoals de tafel dekken. Meehelpen met koken. Als ze zichzelf nog deels kunnen wassen, laat ze dat doen. Juist die dingen laat hen zelf ook zien dat ze zelfstandig dingen kunnen. Het maakt een groot verschil in hoe ze tegen ouder worden aankijken. Bij mensen met een beperking is het ook belangrijk om bijvoorbeeld een woongroep te maken voor mensen met hun eigen leeftijd. Vaak blijven ze namelijk zo’n 30 jaar op dezelfde plek zitten, terwijl ze allerlei mensen zien komen en gaan. Dat geeft een gevoel van vastzitten. Met mensen van hun eigen leeftijd om hen heen, voelen ze zich meer op hun plek.

Verder zorgen teams die ik begeleid er altijd voor dat bij mensen met beginnende dementie een tijdlijn van hun leven wordt gemaakt. Zodat wij in ieder geval de grote levensgebeurtenissen weten en hoe ze daarop reageerden. Het kan namelijk zo zijn dat ze in een verder stadium van hun dementie in die periode terugvallen en ook in het gedrag en de gevoelens die ze toen hadden. Als we dat weten als verzorgers, kunnen we daar beter mee werken. We snappen dan hun beleving op dat moment en kunnen dan ook de juiste vragen stellen of de juiste acties uitvoeren. Dat zet niet alleen de verzorgers in hun kracht, maar zorgt er ook voor dat de oudere zich begrepen voelt. Dit is een belangrijk onderdeel van belevingsgerichte zorg.” 

Zijn er grote verschillen in de zorg voor ‘gewone’ ouderen en ouderen met dementie of een verstandelijke beperking?

“Vooral in de gehandicaptenzorg is er naar mijn gevoel te laat aandacht voor de ouder wordende mens. Deze mensen vallen in de ouderenzorg rond hun veertigste, dat is eerder dan we van ‘gewone’ ouderen gewend zijn. Je ziet vaak dat er in woongroepen voor mensen met een verstandelijke beperking te laat aandacht is voor het ouder worden van de bewoners. Waarin af en toe niet aan hun behoefte kan worden voldaan. Terwijl een steeds grotere groep tot deze ouderen behoort. En ook in de gehandicaptenzorg, worden mensen steeds ouder. Hierdoor komt onder mensen met een beperking bijvoorbeeld ook steeds vaker dementie voor. Deze mensen hebben daarin een net iets andere aanpak nodig.”

Hoe zit het met dementie en palliatieve zorg?

“Als je te horen krijgt dat je dementie hebt, zit je gelijk in de palliatieve fase. Veel mensen denken bij palliatieve zorg aan het laatste deel van het leven, vlak voor iemand sterft. Dat klopt niet helemaal. Palliatieve zorg gaat voornamelijk over de laatste levensfase, waarvan we weten dat een patiënt of cliënt niet meer beter gaat worden. Dit is ook het geval met dementie. Het is niet dat je met dementie morgen doodgaat, maar je weet ook dat je niet meer beter gaat worden. Vanaf de diagnose, ga je eigenlijk alleen nog maar achteruit. Palliatieve zorg houdt dus eigenlijk in dat iemand in de laatste fase van zijn leven de juiste zorg krijgt en ondanks het ziektebeeld toch nog op een fijne en passende manier kan leven.”

Wat wil je zorgmedewerkers die in de ouderenzorg werken op het hart drukken?

“Het is belangrijk dat je je cliënt kent. Dat je diens verhaal kent, de familie en zo de juiste, persoonlijke zorg kunt leveren. Verder is het bijvoorbeeld belangrijk om te weten dat het voor mensen met dementie en mensen met een verstandelijke beperking steeds moeilijker wordt om zich aan ons aan te passen. Voor een zorgmedewerker is het makkelijker om zich tot op bepaalde hoogte aan de cliënt aan te passen. Maar het blijft het belangrijkst om de oudere vooral als mens te blijven zien. En vanuit deze mens te blijven werken. Zie de mens, niet zijn ziekte.”

Erwin Schenzel verzorgt meerdere workshops en webinars bij Hart voor Zorg. Meer informatie en aanmelden via de volgende links: