De deurbel rinkelt. “Wie zouden dat zijn”, vraag ik, terwijl ik opsta. Emmie springt enthousiast op uit haar stoel. “De nieuwe buren”, roept ze en ze wrijft met haar handen.

Als ik de voordeur open, staan ze daar: twee nieuwe gezichten met een cake in hun handen. Ze wonen sinds een maand naast ons en kwamen even buurten.

Nieuwsgierig

In de woonkamer hangt meteen een nieuwsgierige energie. Emmie kan haar enthousiasme nauwelijks verbergen. Ze overhandigt trots een tekening, haar eigen kunstwerk, vol kleuren en vormen, speciaal voor de buren gemaakt.

Brigitte zit rustig in haar stoel en tikt zachtjes met haar rechterhand op de armleuning. Ik weet: dat is haar manier om te laten merken dat ze zich op haar gemak voelt. Omdat Brigitte zich niet met woorden kan voorstellen, ondersteun en vertaal ik haar voor de buren. “Dit is Brigitte. Ze vindt het gezellig dat jullie er zijn.”

De buurvrouw steekt haar hand uit naar Daniël. Hij kijkt haar afwachtend aan, zijn hoofd een beetje schuin en zijn blik nieuwsgierig. Na een korte stilte beantwoordt hij haar handdruk met een glimlach. De cake was hem trouwens ook niet ontgaan, hij wijst er meteen naar met een brede grijns.

Typische burenvragen

De buren stellen zich één voor één voor aan de bewoners. De reacties zijn divers: een voorzichtige hand, een uitbundige begroeting, kort oogcontact of weinig respons. Iedereen heeft daarin zijn eigen manier van reageren, maar er ontstaat verbinding.

De typische burenvragen komen voorbij. “Wat kunnen we met die heg doen?” En: “Als jullie last hebben van onze verbouwing, gewoon zeggen hoor!”

Later dacht ik na over die vragen en realiseerde ik me hoe blij ik ervan werd. Deze simpele vragen maakten me gelukkig, omdat ze lieten zien dat we echt gezien werden als buren. Gewoon mensen, die onderdeel van de buurt zijn.

Midden in de samenleving wonen

Binnen de organisatie waar ik werk is het een bewuste keuze om midden in de samenleving te wonen. Ik sta daar volledig achter. Natuurlijk is dit niet voor iedereen de juiste manier van wonen, en dat is helemaal oké. Er zijn mensen voor wie een beschermde woonomgeving beter past. Maar als het wél past, zoals bij ons, kan het veel moois opleveren.

Toch is het niet altijd vanzelfsprekend. Soms wordt er afgewezen of gebeurt er weinig met de pogingen om te participeren. Die momenten van uitsluiting kunnen moeilijk zijn en laten zien dat integratie niet altijd een makkelijke weg is. Maar zelfs dat hoort erbij. Het is vallen en opstaan en het lukt niet altijd direct om in de buurt een plek te vinden. En dat is ook oké.

Werelden vergroten

Een huis in de buurt betekent niet automatisch dat je ook onderdeel bént van de buurt. Integratie is een proces. Het vraagt tijd om elkaar echt te leren kennen. En het vraagt iets van ons als begeleiders: we moeten bewust op zoek naar kleine momenten van ontmoeting, van participatie. Als begeleider mag ik naast ondersteunen, afstemmen en zorgen ook werelden vergroten en bruggen bouwen. Bouwen aan een samenleving waarin iedereen meedoet.

Heel gewoon, even buurten. En terwijl we de buren uitzwaaien, denk ik: wat als dát nu precies is wat het bijzonder maakt?

Luka Doppen is ambassadeur Gehandicaptenzorg en persoonlijk begeleider bij Estinea. Maandelijks schrijft ze een column voor Hart voor Zorg. Ook geeft ze een workshop tijdens het Gehandicaptenzorg & GGZ Festival in Veenendaal op woensdag 7 mei.