Onder ouderen komt darmproblematiek vaker voor dan onder jongeren. We vertellen je daarom meer over de verschillende aandoeningen, waar de klachten vandaan kunnen komen en hoe je als zorgverlener hulp kunt bieden.
1. Verminderde darmflora (dysbiose)
Darmproblematiek houdt vaak verband met de darmflora: een verzamelterm voor alle micro-organismen (bacteriën) die zich in het maagdarmstelsel bevinden. Het is een ingewikkeld ecosysteem van goede en slechte bacteriën (maar ook wel wat gisten, schimmels en zelfs virussen). De goedaardige bacteriën in de darmflora hebben als hoofdtaak, simpel gezegd, om de groei van kwaadaardige bacteriën te remmen. Daarnaast dragen ze bij aan de spijsvertering, het immuunsysteem, de hormoonhuishouding en nog veel meer. Dat doen ze in een complexe samenwerking met de darmen (het darmmicrobioom).
Het is belangrijk dat de darmflora divers is. Wanneer dit niet het geval is, kan dat tot darmklachten leiden. Denk bijvoorbeeld aan een opgezette buik, winderigheid, een verandering van je ontlastingspatroon of sterk ruikende ontlasting. Ook kan het je humeur beïnvloeden en leiden tot vermoeidheid of zelfs depressieve gevoelens.
2. Bacteriële infectie
Als buikklachten gepaard gaan met problemen als misselijkheid, overgeven, koorts, hoofdpijn en uitdroging, kan het zomaar zijn dat de dunne darm geïnfecteerd is. Er zijn een aantal specifieke soorten bacteriën die daarvoor kunnen zorgen, zoals de salmonellabacterie. Meestal lopen mensen zo’n infectie op door besmet vlees of rauwe eieren te eten. Op vakantie komt dit net iets vaker voor bijvoorbeeld door vervuild water.
Overigens gebeurt het ook vaak dat mensen zo’n bacterie binnenkrijgen, maar er niet ziek van worden, omdat de darmflora en een gezond immuunsysteem het probleem oplost. En als mensen wel ziek worden en diarree krijgen, is er niet altijd een behandeling nodig, omdat het vanzelf weer overgaat. Bij kinderen, ouderen of mensen met een chronische ziekte is het wel belangrijk om een arts te raadplegen. Zij kunnen uitgedroogd raken of de infectie kan verergeren.
Voor iedereen geldt: voorkomen is beter dan genezen. Denk aan goede voedselbereiding en werk hygiënisch.
3. Prikkelbare Darm Syndroom
Wanneer iemand regelmatig last heeft van klachten zoals diarree, obstipatie, darmkrampen of een opgeblazen gevoel, maar er geen duidelijke oorzaak te vinden is, dan zal diegene wellicht de diagnose Prikkelbare Darm Syndroom (PDS) krijgen. Het is duidelijk dat er iets niet helemaal goed gaat in de darmen, maar wat het precies is, is niet goed te zeggen. Het zou kunnen liggen aan kleine ontstekingen in de darmwand of om een bepaalde samenstelling van de darmflora.
Waarom hebben relatief veel ouderen darmproblemen?
De darmflora verandert wanneer mensen ouder worden. Het aantal goede bacteriën en de diversiteit nemen af en daardoor krijgen ouderen vaker last van darmklachten. Zo hebben meer dan de helft van de oudere verpleeghuisbewoners weleens last van obstipatie. Ook neemt de spierkracht van de slokdarm af, waardoor ouderen sneller last kunnen krijgen van slikstoornissen.
Er zijn een aantal dingen waar je als zorgverlener op kunt letten en die je zou kunnen doen om darmproblematiek bij ouderen te voorkomen. We zetten de belangrijkste op een rij:
- Uitgebreid kauwen, zodat het eten zich goed vermengt met speeksel.
- Vezelrijke voeding, veel volle granen, groenten en niet te veel vlees.
- Veel drinken. Ouderen moeten gemiddeld ongeveer 1,7 liter per dag binnenkrijgen.
- Probiotica (zoals Yakult) toevoegen aan het dieet, ter versterking van de darmflora.
Wil je meer weten over darmklachten en -aandoeningen, waar ze vandaan komen en wat je er aan kunt doen? Lees dan ook onze blog over hoe het komt dat ouderen vaak darmklachten hebben.
Reacties