Het nieuws in de zorg wordt al maandenlang gedomineerd door cao-onderhandelingen. Nadat er onlangs een akkoord is bereikt over de nieuwe cao voor ziekenhuispersoneel, springt nu in de ouderenzorg brancheorganisatie Actiz in de bres voor hun leden. Zij willen graag nieuwe afspraken over de arbeidsvoorwaarden.
Vooral betere secundaire arbeidsvoorwaarden
Toch valt na het bereiken van zo’n cao-akkoord de stijging van het netto maandsalaris best een beetje tegen voor veel zorgverleners. Eén van de oorzaken van dat kleine zichtbare effect is dat veel cao-verbeteringen gelden voor de secundaire arbeidsvoorwaarden, constateert Van der Plaat. Denk aan verlofspaarregelingen, extra (bijzonder) verlof en generatieregelingen (minder werken aan het einde van de loopbaan met gedeeltelijke doorbetaling van salaris).
“Zorgorganisaties en zorgmedewerkers zouden in goed overleg tot een veel sterkere groei van het netto salaris kunnen komen, zonder dat dat meer kost”, stelt Van der Plaat. “Het valt mij op dat het daar eigenlijk nooit over gaat, terwijl er grote voordelen zijn te behalen voor zowel zorgorganisaties als medewerkers.”
‘Hoger salaris, minder regelingen’
Van der Plaat werpt de vraag op waarom de huidige, riante verlofregelingen in de zorg niet worden omgezet in veel betere primaire arbeidsvoorwaarden (lees: een hoger salaris). “Je kan dan als zorgmedewerker zelf beslissen of je geld opzijzet voor later óf juist niet. Ik vraag mij af of het voor een gemiddelde zorgmedewerker behapbaar is welke secundaire arbeidsvoorwaarden allemaal beschikbaar zijn. Zelfs doorgewinterde specialisten hebben hun handen hier vol aan.”
Daarnaast is de vraag hoe de huidige salarisstijgingen te betalen zijn. Door de verlofregelingen sterk af te bouwen en dit om te zetten in een hoger salaris, hoeven de kosten van zorgorganisaties niet te stijgen, maar krijgen zorgverleners wel meer te besteden. “Ja, het is een sigaar uit eigen doos”, zegt Van der Plaat. “Maar ik denk dat zorgverleners hier meer aan hebben dan aan allerlei secundaire arbeidsvoorwaarden, waarvan de vraag is in hoeverre zij daar gebruik van maken.”
Kleiner gat met zzp’ers
Met het idee zouden medewerkers in vaste dienst qua uurloon meer richting de tarieven bewegen die zzp’ers ontvangen. “Zzp’ers in de zorg krijgen al hun arbeidsvoorwaarden wel direct in hun uurloon. Daardoor lijken zij een veel hoger inkomen te hebben. Er zal misschien altijd een verschil blijven, maar door secundaire arbeidsvoorwaarden van zorgmedewerkers om te zetten naar primaire arbeidsvoorwaarden, wordt het gat veel kleiner én wordt het ook duidelijker dat zzp’er zijn in financieel opzicht helemaal niet zoveel gunstiger is.”
En dan geeft Van der Plaat nog een aantal argumenten voor het idee. Zo leggen de vele secundaire arbeidsvoorwaarden volgens hem nu veel druk op administratie-afdelingen. Ook bouwen zorgorganisaties grote reserves op voor de verlofspaartegoeden, terwijl dit geld eigenlijk is bedoeld voor het personeel. Ten slotte leiden ze tot meer druk op het zorgpersoneel, want met extra verlof en generatieregelingen wordt juist niet-werken beloond, stelt Van der Plaat. “Al die vrije dagen en regelingen dragen niet bij aan het oplossen van de personeelstekorten. De druk op de werkvloer wordt daardoor alleen maar groter.”
Klinkt allemaal fantastisch. Maar waar willen we in deze maatschappij naartoe? Individualisme viert hoogtij. Ik werk bijna 45 jaar in de verpleging. Ik heb nooit iets gemerkt van royale regelingen, juist toen ik het goed kon gebruiken. Wel heb ik aan allerlei regelingen meebetaald zodat anderen eerder konden stoppen of minder werken. Ik kan daar dus geen gebruik van maken. Solidariteit, heette dat. Daarom hebben we een CAO. ZZP’ers maken dit beginsel kapot en pikken de krenten uit de pap. En o, wee als je eerder wil stoppen.
Nu blijkt er inderdaad een regeling te zijn, balansbudget. Kan ik eindelijk gebruik van maken, maar daar heb ik zelf voor moeten sparen. Dat is prima, maar laten we ook eens goed voor elkaar zorgen. Die regelingen zijn er niet voor niets.